Reumafactoren (RF) zijn auto-antilichamen, ofwel antistoffen, tegen het eigen lichaam. Dit zijn meestal antistoffen van het type IgM (Immunoglobuline M) die door het immuunsysteem worden gemaakt. Deze IgM antistoffen zijn gericht tegen het eigen immunoglobuline G (IgG). Ze vallen eigen lichaamsweefsel aan omdat dit weefsel, per abuis, wordt gezien als lichaamsvreemd en dus moet worden vernietigd. Reumafactoren leiden tot ontstekingen die het gewrichtsweefsel beschadigen.
Ongeveer tachtig procent van de mensen met reumatoïde artritis heeft de reumafactor in het bloed. Dat betekent dat bij twintig procent van de mensen met reumatoïde artritis deze autoantistof niet wordt gevonden terwijl hun lichamelijke klachten wel bij deze aandoening passen. De reumafactor is niet specifiek voor reumatoïde artritis. De factor kan ook aantoonbaar zijn bij andere reumatische aandoeningen en bij infecties. Ook bij gezonde mensen komen soms kleine hoeveelheden reumafactor in het bloed voor.
Naast de reumafactortest zal de dokter soms ook compleet bloedonderzoek aanvragen in combinatie met testen op antistoffen zoals ANA (anti-nucleaire antistoffen) en anti-CCP (antistoffen tegen gecitrulineerde peptiden) en/of testen op ontstekingen zoals CRP (C-reactief proteïne) en BSE (bloedbezinking).