Als je hypermobiel bent, zijn je gewrichtsbanden en pezen te soepel. De gewrichten krijgen daardoor niet genoeg steun en worden te beweeglijk. Hypermobiliteit merk je meestal aan de vingers en knieën en aan de wervelkolom. Je kunt vingers en knieën vaker verder strekken dan andere mensen. Ook andere gewrichten zijn erg soepel.
Wie hypermobiel is, hoeft geen klachten te hebben. Het is wel mogelijk dat je pijn krijgt aan je spieren of gewrichten. Ook gebeurt het dat spieren sneller overbelast raken omdat ze harder moeten werken om de gewrichten stabiel te houden. Als je hierdoor spier- of gewrichtsklachten krijgt, wordt dat het hypermobiliteitssyndroom (HMS) genoemd.
Hypermobiliteit komt vrij veel voor, vooral bij jonge mensen. Het komt ook meer voor bij vrouwen en mensen van Aziatische afkomst.