In je bloed kunnen stoffen zijn die op een auto-immuunaandoening wijzen. Daartoe behoren de ACPA-antistoffen. Reumatoϊde artritis (RA) wordt gekenmerkt door chronische ontsteking van gewrichten en aanwezigheid van autoantistoffen gericht tegen gecitrullineerde eiwitten (ACPA). ACPA zijn zeer specifiek voor de ziekte en zijn betrokken bij de pathofysiologie van RA.
ACPA of anti-CCP is een autoantistof tegen het lichaamseigen eiwit CCP. Als je een positieve uitslag op de anti-CCP-test hebt in combinatie met gewrichtsontstekingen, dan is de kans dat er sprake is van reumatoïde artritis (RA) groot. De test geeft geen uitsluitsel: de helft van de mensen met reumatoïde artritis heeft geen CCP-antistoffen. Dat betekent dat als de test normaal of negatief is, je de aandoening toch kunt hebben. De antistoffen zijn soms al enige maanden tot jaren aantoonbaar in het bloed voordat gewrichtsontstekingen ontstaan. Het hebben van CCP-antistoffen in het bloed, kan samen met het hebben van bepaalde pijnklachten een voorbode van reumatoïde artritis zijn.
Het maakt voor de behandeling weinig uit of je nu RA met een positieve of negatieve CCP test hebt. In beide gevallen wordt geprobeerd de gewrichtsontstekingen zo goed mogelijk te onderdrukken met medicijnen. Op een lange termijn van soms vele jaren is er wél verschil. Mensen met RA zonder anti-CCP antistoffen kunnen vaker met hun medicatie stoppen zonder dat gewrichtsontstekingen terugkomen, dan mensen met RA die deze antistoffen wel hebben.