“Bij 12 procent van alle mensen met artrose ontstaat de aandoening na een ernstig gewrichtsletsel”, legt onderzoeker Peter van Lent van het Radboudumc in Nijmegen uit.
“Dat kan een gescheurde meniscus zijn of een kruisbandbeschadiging. Artsen weten met een operatie meestal wel de stabiliteitsproblemen op te lossen. Toch ontwikkelen veel van deze patiënten op langere termijn artrose en krijgen zij te maken met chronische ontstekingen. Wij begrijpen het proces dat de chronische ontstekingen veroorzaakt, nog niet goed. We zien wel dat het een vicieuze cirkel lijkt te zijn waarbij de ontstekingen tot meer schade leiden die vervolgens voor ernstigere ontstekingen zorgt.”
De geheimen van artrose
Van Lent en zijn collega-onderzoeker Arjen Blom gaan proberen te achterhalen wat er gebeurt in de knieën van mensen die een gewrichtstrauma hebben opgelopen, bijvoorbeeld tijdens het sporten. Anders dan bij reumatoïde artritis, kent het ontstekingsproces bij artrose nog veel geheimen. Blom: “Bij ontstekingsreuma hebben we beter inzicht in het ziekteproces. Zo weten we dat factoren als TNF-alfa invloed hebben op de gewrichtsontsteking en zijn er verschillende medicijnen waarmee we patiënten goed kunnen behandelen. Voor artrose is dat nog steeds niet het geval.” De onderzoekers gaan de aard van de ontsteking onderzoeken in het slijmvlieslaagje aan de binnenkant van het gewrichtskapsel (synovium). Hiervoor wordt tijdens een knieoperatie vocht en weefsel uit de beschadigde knie van 75 mensen met een ernstig knieletsel gehaald (met hun toestemming). Orthopedisch chirurg Sander Koëter voert de ingrepen uit. Hij werkt in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. “Ik behandel voornamelijk tieners en twintigers met ernstige knieklachten die hun leven beperken. Deze jongeren kunnen niet sporten, niet meedoen met de gymles, niet goed lopen of fietsen. Vaak hebben zij kraakbeenschade en een lang medisch traject achter de rug voordat ze bij mij terechtkomen.”
Nauwkeurig bekijken
De onderzoekers gaan de verzamelde weefsels nauwkeurig bekijken. Peter van Lent: “Met behulp van een nieuwe onderzoekstechniek gaan we proberen om vast te stellen welke stofjes het synovium produceert. Vervolgens kijken we of dezelfde stofjes voorkomen in de weefsels van mensen die al langer artrose hebben. We hopen op deze manier een antwoord te vinden op de vraag of je aan de hand van de begintoestand goede voorspellingen kunt doen over het verloop van artrose.” De deelnemers worden na hun operatie twee jaar lang gevolgd. Ze staan bloed af, vullen vragenlijsten in en hun kniegewricht zal met beeldvormende technieken worden bekeken.