Met deze nieuwe werkwijze blijft de beoordeling voor de vergoeding van een medicijn net zo zorgvuldig als een normale beoordeling, maar is deze wel zo’n drie maanden eerder klaar. Innovatieve medicijnen zijn hierdoor eerder beschikbaar. De nieuwe werkwijze heet de parallelle procedure. Vanaf februari 2022 bieden het Zorginstituut en het CBG de parallelle procedure als standaardoptie aan.
Zeven medicijnen eerder beschikbaar door pilot
De parallelle procedure is in mei 2019 gestart als een pilot van het Zorginstituut en het CBG. Aan de pilot deden zeven geneesmiddelen mee. Eén medicijn daarvan was Rybelsus, een medicijn tegen diabetes mellitus type 2. Eind mei 2020 lag er een positief beoordelingsrapport van het Europees Medicijnagentschap EMA over de werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit van dit medicijn. Omdat het Zorginstituut de beoordeling voor de vergoeding toen ook vrijwel had afgerond, kon het vergoedingsadvies al op 4 juni 2020 naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De minister nam het advies over: Rybelsus wordt vanaf 1 augustus 2020 uit het basispakket vergoed. Daarmee was Nederland een van de eerste landen in de Europese Unie waar Rybelsus vergoed wordt. In de pilot hebben het Zorginstituut en het CBG samengewerkt met de koepels van de farmaceutische industrie (VIG en HollandBIO) om de procedure zo goed mogelijk vorm te geven.
Informatie en aanmelding
Het Zorginstituut en het CBG vertrouwen erop dat met deze blijvende samenwerking meer farmaceutische bedrijven medicijnen zullen aanmelden voor een gelijktijdige beoordeling. Voor een parallelle beoordeling is vroegtijdig contact van het farmaceutische bedrijf met het Zorginstituut en het CBG noodzakelijk. Ook moet het bedrijf tijdens de EMA-registratieprocedure het definitieve vergoedingsdossier indienen bij het Zorginstituut.
Lees hier het achtergrondartikel. Wil je meer weten over reuma? Kijk dan in de rubriek Reuma van A tot Z.