Niet alleen ontstekingsreuma, ook artrose kwam op de EULAR aan de orde, een ziekte die meerdere gewrichten kan treffen. Artrose komt niet alleen veel vaker voor dan reumatoïde artritis of Bechterew, het is ook de meest voorkomende chronische aandoening, aldus Sita Bierma-Zeinstra, hoogleraar artrose aan het Erasmus MC in Rotterdam. Dit voorjaar publiceerde zij twee studies waaruit blijkt dat het aantal Nederlanders met deze aandoeing veel hoger is dan gedacht. Zij onderzocht patiëntendossiers van huisartsen en concludeerde dat deze de ziekte vaak niet registreren. Volgens haar berekeningen telt Nederland daarom niet 1,5 miljoen mensen met artrose, maar bijna drie miljoen.
Bierma, ooit begonnen als fysiotherapeut, richt zich vooral op de vroege fase van de aandoening en hoe patiënt en huisarts de klachten ’t beste kunnen aanpakken. “Want hier valt nog veel winst te boeken.” De diagnose stellen is niet zo moeilijk, het is vooral belangrijk dat een huisarts snel de juiste therapie aanbiedt: dat de patiënt blijft bewegen, ondanks zijn klachten, maar daarbij de gewrichten niet overbelast. “Obesitas bijvoorbeeld is een bepalende factor bij knieartrose en tien kilo kwijtraken kan de problemen al sterk verminderen.”
“Ander ding is dat patiënt en arts alert moeten zijn op knietrauma’s, om te zorgen dat hieruit zich geen artrose ontwikkelt. Want medicijnen tegen de ziekte zijn er nog niet. Het is daarom noodzakelijk vanaf het begin goed om te gaan met je gewrichten.”