Antoni Gaudí i Cornet werd in 1852 geboren in het zuiden van Catalonië, Spanje. Hij had sinds zijn zesde jaar reuma, waarschijnlijk juveniele idiopathische artritis. Zijn aandoening werd behandeld met een vegetarisch dieet, overvloedige waterinname, en diverse homeopathische therapieën. De artsen raadden hem aan strikte rust te nemen, de kleine Antoni bleef dicht bij huis. Hij observeerde daar, “opgevrolijkt door het gekakel van kippen”, de vormen en figuren van planten en dieren in de buurt. “Ik legde, met de bergen van Prades in de verte, de zuiverste en aangenaamste beelden van de natuur vast.”

Ambities Gaudí ondanks reuma

Het lukte Gaudí om ondanks reuma middelbaar onderwijs te volgen. Hij was pas 13 jaar oud toen hij al tekeningen maakte voor het tijdschrift ‘El Arlequin’. Op 17-jarige leeftijd ging hij naar Barcelona om architectuur te studeren. Al was hij geen hoogvlieger, hij haalde toch zijn eindexamen. De schooldirecteur zei bij zijn afstuderen: “Ik heb een gek of een genie laten slagen.” Gaudí kwam in de leer bij Francisco Paula de Villar, de ontwerper van het oorspronkelijke plan van de Sagrada Família.

Inspiratie door de natuur

Gaudí liet zich zijn hele leven inspireren door de natuur. Hij werd de grondlegger van de organische architectuur. Deze art-nouveau/jugendstil-stijl is onder andere te herkennen aan de zwierige en golvende bogen, iets wat je ook veel terugziet in de natuur. “Er zijn geen rechte lijnen of scherpe hoeken in de natuur. Daarom zouden gebouwen geen rechte lijnen of scherpe hoeken moeten hebben.”
Zijn grootste en laatste opdracht was de wereldberoemde Sagrada Família. Gaudí werkte dag en nacht aan de bouw van deze gigantische kerk. Op 7 juni 1926 werd hij op weg naar de Sagrada Família aangereden door een tram. Omdat hij er altijd nogal sjofel uitzag, had niemand door dat het om de wereldberoemde architect Gaudí ging. Hij werd naar het armenhospitaal gebracht, waar hij een paar dagen later stierf.

Wil je meer weten over reuma? Kijk dan in de rubriek Reuma van A tot Z.