De huisarts is het eerste aanspreekpunt voor mensen met gezondheidsklachten. Hij of zij functioneert als poortwachter voor toegang tot het ziekenhuis. Een sterke poortwachterspositie impliceert dat huisartsen optimale zorg moeten kunnen bieden aan hun patiënten. Deze belangrijke maatschappelijke taak kent echter een aantal bedreigingen, waarvan het hoge risico op burn-out er één is. Over welke factoren dit risico beïnvloeden, is nog relatief weinig bekend. Dit gegeven, samen met het grote maatschappelijke belang van een goed functionerende eerstelijnsgezondheidszorg, vormde voor huisarts Nico Verhoef de aanleiding tot zijn promotieonderzoek 'Dutch General Practitioners and their Burnout: A study into its origins and consequences'.

Werkdruk en managementtaken vergroten kans op burn-out

Het proefschrift, dat is toegespitst op drie verschillende onderzoeksvragen, wijst erop dat werkdruk en indirecte patiëntenzorg (managementtaken, zoals administratie e.d.) belangrijke factoren zijn die het ontstaan van burn-out beïnvloeden. De kans op burn-out neemt af wanneer huisartsen meer samenwerken en zich vooral richten op het werken met patiënten. Bij al deze aspecten speelt ook een rol hoeveel stress iemand ervaart in de werk-privésfeer.

Emotionele uitputting

Uit het onderzoek blijkt daarnaast dat met name emotionele uitputting bij huisartsen leidt tot absenteïsme (ziek en niet aan het werk) en presenteïsme (ziek en wel aan het werk) bij een burn-out. Absenteïsme wordt beschouwd als een opkomend probleem binnen de eerstelijnsgezondheidszorg. Presenteïsme leidt tot verminderde kwaliteit van zorg. Niet alleen de kans op medische fouten neemt toe, maar ook de daarmee gepaard gaande tuchtrechtelijke procedures.

Hoger risico

Omdat het aannemelijk is dat solo werkende huisartsen, die dus ook verantwoordelijk zijn voor alle managementtaken, een hoger risico hebben op burn-out, beveelt Verhoef aan om verder te onderzoeken wat de relatie is tussen praktijkkarakteristieken (solo, duo, groepspraktijk) en burn-out.

De promotie is live bij te wonen bij de Open Universiteit in Heerlen en kan online worden gevolgd.