Bij mensen met het syndroom van Sjögren zijn de klieren die vocht produceren zoals traan- en speekselklieren, chronisch ontstoken. Veel patiënten hebben daardoor last van droogheid aan ogen en mond. Een ander veelvoorkomend probleem waar nog niet zoveel over bekend is, is vaginale droogte. “De oorzaak lijkt eerder te zitten in de bloedvaten in de vaginawand, die een veel grotere bijdrage leveren aan de bevochtiging van de vagina”, vertelt Van Nimwegen.
Voor het onderzoek maakte een gynaecoloog bij tien vrouwen met Sjögren een uitstrijkje. Ook werden vaginaal vocht en hapjes weefsel (biopten) weggenomen. “In de wand van de vagina bevinden zich gladde spiercellen. Die zorgen ervoor dat de bloedvaten zich verwijden, waardoor er meer bloed door de vaginawand stroomt en de vagina vochtig wordt. We hebben geconstateerd dat er bij vrouwen met Sjögren minder gladde spiercellen aanwezig zijn. Of dat ook betekent dat er minder bloedvaten aanwezig zijn in de vaginawand, of dat de bloedvaten minder goed werken dan bij gezonde vrouwen, dat is iets wat we verder moeten onderzoeken.”

Meer onderzoek nodig naar vaginale droogte

Er is meer onderzoek nodig. Van Nimwegen: “Pas als we weten hoe het werkt, kunnen we op zoek gaan naar gerichte behandelingen. Op dit moment weten we alleen van het middel abatacept (Orencia®) dat het een positief effect op de seksuele functie kan hebben. Dit middel is echter nog niet voor Sjögren geregistreerd.” Ze vindt het een vooruitgang dat bij de huidige Sjögren-onderzoeken steeds vaker wordt gekeken naar het effect van middelen op de seksuele functie. Tegelijkertijd concludeert ze dat de resultaten van medicijnenstudies bij mensen met Sjögren tot nu toe teleurstellend zijn. 
Van Nimwegen: “Het ziektebeeld bij Sjögren is heel divers. De ziekteactiviteit wordt op verschillende manieren gemeten: de ziekteactiviteit die de arts vaststelt, de ervaringen van de patiënt zelf, het meten van de functie van de klieren in ogen en mond en de afwijkingen in het bloed. Studieresultaten laten hierdoor te veel variatie zien.” Onderzoekers hebben daarom afgesproken om de verschillende manieren waarop je de ziekteactiviteit bij Sjögren kunt meten met elkaar te combineren. “Pas als patiënten op drie van de factoren positief scoren, kun je spreken van een verbetering.”

Echografie zinvol om Sjögren aan te tonen

Tot kortgeleden bestond er geen standaard protocol om het syndroom van Sjögren te diagnosticeren. Recent zijn er internationale classificatiecriteria opgesteld om vast te stellen waaraan patiënten met sjögren moeten voldoen om mee te kunnen doen aan wetenschappelijke studies. Van Nimwegen heeft onderzocht of een echografie van de speekselklieren zinvol kan zijn om de ziekte aan te tonen én of dit een goede aanvulling kan zijn op de classificatiecriteria. “De diagnose Sjögren wordt gesteld aan de hand van een combinatie van meerdere onderzoeken. Denk aan bloedonderzoek: bij mensen met Sjögren kan de antistof SSA of SSB in het bloed voorkomen. Een ander onderzoek is het wegnemen van een stukje weefsel uit een klier uit de lip of het oor. Met een echografie kun je deze grote speekselklieren echter ook goed in kaart brengen. De grote speekselklieren liggen vlak voor de oren en onder de kaak.” Groot voordeel is dat een echografie in vergelijking met andere onderzoeken weinig ongemak oplevert. “Op een echo kun je zien of klieren gezond zijn. Ze zijn dan egaal grijs. Bij mensen met Sjögren zie je onregelmatigheden in de vorm van vlekjes die op ontstekingen of littekenweefsel kunnen wijzen. In het onderzoek zagen we bij 72 procent van de patiënten afwijkingen, terwijl deze afwijkingen maar bij 6 procent van de patiënten zonder Sjögren voorkwamen. Dat toont aan dat echografie een goede manier is om Sjögren aan te tonen.”